Inleiding

Instructie voor Auditoren – Training in Triage Audits

Eigenlijk volgt vanaf nu een herhaling van iets wat je waarschijnlijk wel weet. Toch is het belangrijk om soms weer even in de kernset InEen te duiken. Lees het door, bij vragen schrijf ze op voor de intervisie/bijeenkomst. Het is niet de bedoeling dat je tot in detail alles gaat leren, je portfolio platform helpt je uiteindelijk ook weer door herhaling de 29 punten.

Doel van de Audit

Het auditen van een triagegesprek is bedoeld om inzicht te krijgen in het handelen van de triagist. De auditresultaten moeten zo worden beschreven dat ze bruikbaar zijn voor coaching en professionele ontwikkeling van de triagist. Het primaire doel is niet het beoordelen van het functioneren, maar het identificeren van verbeterpunten. Deze verbeterpunten kunnen zowel betrekking hebben op de triagist zelf als op organisatorische aspecten binnen het triageproces op de huisartsenpost.

Kernpunten van het Auditen

Bij het beoordelen van een triagegesprek staat de patiëntveiligheid centraal. Dit betekent dat niet alleen de gestelde vragen van belang zijn, maar vooral hoe de triagist de verkregen informatie interpreteert en gebruikt. De triagist moet haar eigen waarnemingen, kennis, inzicht en ervaring inzetten om een veilige en correcte urgentiebepaling te maken.

Rol van de Auditor

De auditor maakt gebruik van de Kernset als hulpmiddel om het gesprek te beoordelen. De Kernset ondersteunt de auditor, maar eigen competenties en ervaring spelen ook een grote rol in het auditproces. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met eventueel lokaal beleid.

Auditproces

  1. Beoordeling van het gesprek:
    • De auditor analyseert het triagegesprek aan de hand van de Kernset.
    • Bij het scoren van de items worden afwegingen gemaakt, waarbij ook alarmsignalen, risicogroepen en contextuele factoren worden meegenomen.
  2. Bespreking met de triagist:
    • Het auditrapport wordt samen met de triagist doorgenomen.
    • Er wordt gefocust op leerpunten en mogelijkheden tot verbetering.

Door deze gestructureerde aanpak draagt de audit bij aan continue kwaliteitsverbetering binnen het triageproces en waarborging van de patiëntveiligheid.

Hoe ziet het opleidingstraject er nu uit?
Aanmelden voor diplomeringstraject door HDS
De HDS meldt de medewerker (voormalige sollicitant) vóór de start van het diplomeringstraject aan bij Bureau Diplomering Triage, waarmee deze kandidaat-triagist wordt.

Opleiding van de kandidaat-triagist
De opleiding bestaat in het algemeen uit fysieke scholingsbijeen-komsten, e-learning, het uitvoeren van (praktijk-)opdrachten en zelfstudie. Inhoudelijk komen de volgende zaken aan de orde: communicatie, medische inhoud alsmede methoden en technieken van triage. Onderdeel van de verplichte opleiding door een gecertificeerde opleidingsaanbieder kunnen ook leeraudits op triagegesprekken, educatieve praktijkbeoordelingen in overleg met de HDS, voorbereiden op de LKT en proefexamens LKT zijn.

Werken als kandidaat-triagist
Bij aanvang van het diplomeringstraject krijgt de kandidaat-triagist verplicht één praktijkbegeleider toegewezen. De praktijkbegeleider dient gekwalificeerd te zijn, zie Kwalificatie praktijkbegeleiders en voert in de toetsingsfase ook de praktijkbeoordeling uit. De praktijkbegeleider is altijd een medewerker van de HDS, die als onderdeel van de kwalificatie als praktijkbegeleider, zelf ook als diplomahouder Triage is geregistreerd.

Toetsing
Gedurende het diplomeringstraject dient minimaal drie keer een formele praktijkbeoordeling plaats te vinden. De praktijkbeoordelingen worden uitgevoerd door de gekwalificeerde praktijkbegeleider. Eén van de eindtermen voor de diplomering is een positief resultaat op de examenaudit van 6 triagegesprekken. De kandidaat-triagist dient deel te nemen aan het Landelijk Kennisexamen Triage (LKT), en dient deze met voldoende resultaat af te ronden. Het LKT kan op elk moment in het diplomeringstraject worden gedaan.

Voordracht voor diplomering door de HDS
De HDS is verantwoordelijk voor de voordracht voor diplomering. Bij de voordracht dient een volledig portfolio te worden ingediend, via het Triagisten Register

Diplomering
Na ontvangst van de voordracht, wordt deze door Bureau Diplomering Triage in behandeling genomen. Indien voldaan wordt aan de eindtermen, wordt het diploma met geldigheid van 5 jaar, toegekend door de Toekenningscommissie. Indien niet wordt voldaan aan de eindtermen, volgt een afwijzing met onderbouwing.

De houder van het diploma triage beschikt aantoonbaar over de volgende competenties.

Specifieke triagevaardigheden
1 Opvangen van de patiënt (klantgericht werken)
2 Hulpvraag vaststellen
3 Urgentie bepalen en vervolgtraject indiceren (telefonisch of face-to-face)
4 Informeren over vervolgtraject
5 Adviseren

Algemene vaardigheden
6 Patiënt-, intake- en triagegegevens vastleggen
7 Werkprocessen organiseren
8 Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines
9 Eigen grenzen bewaken
10 Ontwikkelen en onderhouden professionele rol
11 Zorgen voor een goede kwaliteit van het af te leveren werk

De specifieke triagevaardigheden worden getoetst met een examenaudit op triagegesprekken.
De algemene vaardigheden middels een drietal praktijkbeoordelingen.

Het algehele kennisniveau wordt getoetst met het Landelijk Kennisexamen Triage (LKT).
De HDS draagt de kandidaat-triagist voor ter diplomering bij Bureau Diplomering Triage.
De HDS beoordeelt de resultaten van de examenaudit, praktijkbeoordeling en uitkomst LKT in samenhang, alvorens te besluiten tot voordracht over te gaan

Examenaudit van triagegesprekken
Eén van de eindtermen voor de diplomering is een positief resultaat op de examenaudit van 6
triagegesprekken.

Hierbij is gebruik van de actuele versie van het instrument “Kernset” verplicht.

De examenaudit dient te worden uitgevoerd door een gekwalificeerde kernsetauditor, die is opgenomen in het betreffende register. Zie ook Kwalificatie kernsetauditoren.
De HDS dient zich ervan te vergewissen dat de kernsetauditor ten tijde van de examenaudit gekwalificeerd is.
Nemen van de steekproef voor de examenaudit.

De steekproef dient niet vroeger dan 3 maanden voor de diplomeringsaanvraag te worden genomen.
Selecteer de gesprekken uit een aaneengesloten reeks om tot een random selectie te komen.
Neem een gesprek op in de set zolang deze in de criteria past; vul de set aan tot 6 gesprekken.
Criteria voor de steekproef van 6 gesprekken

  • 6 verschillende ingangsklachten;
  • Minimaal 1 gesprek 0-4 jaar;
  • Minimaal 1 gesprek 80+ jaar;
  • Minimaal 2 gesprekken hoog-urgent: U0-U2;
  • Minimaal 1 gesprek dringend: U3;
  • Minimaal 2 gesprekken telefonisch advies: U4-U5;

Beoordeling van de examenaudit
Voor de examenaudit worden alle 6 gesprekken beoordeeld.
Het resultaat van de examenaudit is positief, als:
–4 van de 6 gesprekken positief beoordeeld zijn, én
– Minimaal 2 hoog-urgente gesprekken positief zijn beoordeeld.

De beoordeling van de 6 gesprekken dient opgenomen te worden in het portfolio ten behoeve
van de voordracht voor diplomering, zie rapportageformulier bij de Kernset.

 

 

Winkelwagen
Stel je vraag via WhatsApp
Dezorgleert.nl
Hulp nodig?